Minister Kamp is wel degelijk schuldig

Geschreven door: Nicolette Marié
Origineel gepost op: http://www.aardbevingen-groningen.nl

Columnist Peter de Waard van de Volkskrant stelde onlangs dat Henk Kamp de laatste is die schuldig is aan de industriële ramp die zich op dit moment in de provincie Groningen voltrekt. Hij heeft gelijk, in zoverre dat deze minister niet debet is aan het ontstaan van de ramp. Maar wat Kamp, als vooruitgeschoven post van het kabinet Rutte-II wél verweten kan worden, is dat hij bij de bestrijding van de ramp contraproductief en traumatiserend handelt.

De minister rijgt niet alleen een snoer van onderzoeken aan elkaar waarmee de afstand van hier tot Den Haag ruimschoots kan worden overbrugd, hij kleineert inwoners ook door ze, in samenspraak met de NAM (Shell en ExxonMobil) worsten voor te houden die hen op geen enkele wijze effectief helpen hun levens van het slot te halen. Zonder gedegen voorlichting en raadpleging van de bevolking presenteerde hij begin 2014 een pakket van maatregelen onder de hoopgevende titel “Herstel van vertrouwen - Vertrouwen op herstel”. Ik loop ze even met u door:

1) Vergroting van de veiligheid en preventief versterken van huizen en gebouwen

Heel Nederland weet inmiddels dat er een relatie is tussen gaswinning enerzijds en bodemdaling en bevingen anderzijds. Hoewel Kamp nog geen minister was toen de hevige beving bij Huizinge zich voordeed in augustus 2012, is hij wél verantwoordelijk voor de ongehoord hoge gasproductie sindsdien. Hij kan zich er zelfs niet toe zetten om de gaswinning terug te brengen tot het niveau van de leveringszekerheid.

Voor preventief versterken is het in de meeste gevallen te laat. Ook met een stalen constructie zullen onze huizen bij een zware beving total loss zijn. Toch houdt Kamp vol dat er dit jaar 3000 woningen worden versterkt. Gebeurt dat conform de voorgestelde praktijkrichtlijn voor bevingsbestendig bouwen, dan creëert de minister rechtsongelijkheid. Want voor bestaande woningen wordt uitgegaan van een risico van 1:10.000, terwijl voor nieuwbouw een risico van 1:100.000 zal gelden.

2) Verbetering van de schadeafhandeling en waardevermeerdering

Kamp volgt alleen adviezen op die hem goed uitkomen. Als het Staatstoezicht op de Mijnen zegt dat er snel minder gas moet worden gepompt, negeert hij hen, maar de Dialoogtafel die de commissie Meijer adviseerde, heeft hij direct ingesteld. Goedbetaalde functionarissen van Shell, ExxonMobil en het ministerie van Economische Zaken praten onder begeleiding van ingehuurde gespreksleiders met onbezoldigde vrijwilligers die spreken namens een kleine achterban. Ze hebben het vaak over de schadeafhandeling, die wemelt van de willekeur. Omgekeerde bewijslast zou ons veel gedoe besparen, maar dat wijst de minister af.

Voor schrijnende gevallen heeft Kamp een aparte commissie ingesteld, die zó bureaucratisch is dat je er helemaal doorheen zit tegen de tijd dat je eindelijk ‘schrijnend’ mag heten. De hulp die vervolgens geboden wordt, is beneden alle peil. De commissie verwijst bij voorkeur naar voorliggende voorzieningen, zoals de voedselbank en de sociale dienst. In hun jaarverslag omschrijven ze dat als “op eigen kracht verder”.

Tot slot de waardevermeerderingsregeling. Dat is een lachertje, als je bedenkt dat onze huizen met iedere beving minder waard worden.

3) Verbetering van de leefbaarheid

Shell en ExxonMobil vernielen tot ver buiten het officiële bevingsgebied woningen, en maken mensen ziek met het laagfrequente geluid van hun productie- en opslaglocaties. Dat is schade die niet vergoed of erkend wordt. Daar waar schade wel erkend wordt, is het vigerende beleid: na iedere beving wat geld voor parkjes, speeltuinen en dorpsfeestjes. Alles om de inwoners te paaien. Van Kamp krijgen we ook nog eens supersnel internet - net als de rest van Nederland. Navrant is dat wij het vooral zullen gebruiken om elkaar bijna in real time op de hoogte te houden van de laatste omkooppraktijken.

4) Verbetering van het economische perspectief

Kamp stimuleert werkgelegenheid in de bouw-, chemie- en energiesectoren. De eerste leeft op het eeuwigdurende schadeherstel, de tweede is bij lange na niet bevingsbestendig, en de derde stoelt op gas, kolencentrales en windmolens. De Groningse gasvoorraad is eindig, en de winning ervan schadelijk. De kolencentrale in de Eemshaven draait zonder adequaat getoetste milieuvergunning. En niemand lijkt in te zien dat ook windmolens door bevingen en bodemdaling zullen verzakken, met alle gevolgen van dien.

Veelzeggend is dat minister Kamp het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid een ‘gedegen en helder rapport’ noemt. Toch gaat hij op de ingeslagen weg voort, terwijl geen van de maatregelen zoals hierboven geschetst de veiligheid in Groningen significant verhoogt.

Mijn conclusie: Henk Kamp mag dan niet schuldig zijn aan het ontstaan van deze ramp, hij verzuimt wel om de ramp kordaat te bestrijden en is derhalve schuldig aan het nodeloos lijden van gedupeerden.